Stilte als commons – Michel Bauwens

In 2016 had ik de grote eer en het genoegen om 4 maanden te verblijven in de stad Gent, om de commons in de stad te onderzoeken. Ik ontdekte een zeer levendige cultuur van samenwerken en delen, die zeer snel aan het groeien was: van 50 projecten in 2006 tot 500 projecten in 2016. Elk domein van menselijke activiteit was wel ergens te verkrijgen via een commons. Een commons, gemeengoed of ‘meente’ in het oud-Nederlands, is een gedeeld goed dat beheerd wordt door de gebruikersgemeenschap zelf, dat wil zeggen volgens haar eigen regels en normen. Denk bv. aan Degage, een vereniging van 1.300 leden met 130 auto’s, waardoor iedereen volledige verplaatsingsvrijheid heeft, terwijl elke gedeelde wagen negen tot dertien privé-wagens vervangt. Dit is niet alleen veel goedkoper, het is ook absoluut noodzakelijk voor het voortbestaan van de planeet, en het is bovendien een leerschool voor convivialiteit en een zelfbeheers-democratie. Alleen al in de voedselsector zijn er bijna 90 commonsgerichte burgerinitiatieven, waarbij consumenten en producenten samenwerken in één enkel ecosysteem.

Gent is een aangename stad, maar blijft als westerse stad natuurlijk toch ook heel druk. Vele Gentenaars hebben te lijden van stress. Ook leven we in tijden van intense polarisatie en agressieve discussie, zeker via online media. De toekomst is onzeker, door de ecologische, sociale en democratische crises, en dus zoeken we allemaal tegelijk ook naar ‘rust’. Plekken waar we alleen kunnen zijn, in stilte, of zelfs samen kunnen zijn, zonder de woorden die ons verdelen. Daarom is stilte ook een commons. Ivan Illich, de bekende katholieke intellectueel die kritiek had op moderne instituties, heeft er een lang essay aan gewijd, Silence is a Commons. Wat me daaruit bijbleef is een anecdote over de luidspreker als creator van ongelijkheid; eenmaal iemand luider kan klinken dan iedereen, is het gedaan met collectieve gesprekken op het dorpsplein, want wie de luidspreker heeft, kan luider spreken dan iedereen. Verdere technologische ontwikkelingen, zoals de auto’s die de stadsruimte overnamen, hebben deze vervreemding alleen nog verder in de hand gewerkt.

Hier is waarschijnlijk geen beter essay over dan dat van Danny Wildemeersch, die voor Waerbeke Over de ‘commons’ van stilte, rust en ruimte schreef. Op zondag 28 oktober, op de jaarlijkse ‘dag van de stilte’ geeft Wildemeersch een gastlezing bij Vormingplus Gent-Eeklo over dit onderwerp. Tijdens een recent onderzoek in Gent om stilteplekken te identificeren gaven burgers aan het stadsbestuur in totaal 106 verschillende Gentse luwteplekken op. De ervaringen van de deelnemers in de enquête blijken positief: ‘De meeste deelnemers komen goed tot rust op hun luwteplek, met scores van 7 tot 10 op 10 voor de mate van rustbeleving.’

De vraag is nu: zijn dit wel commons? Dat is niet direct eenvoudig te beantwoorden. Een privéruimte die toegankelijk is voor het publiek is een open access, maar geen commons; een publieke plaats evenmin, want deze wordt niet beheerd door de gebruikersgroep. Daar is op zich niets mis mee, want stilteplekken vormen in ieder geval een meerwaarde. Iedere extra luwteplek is goed nieuws, maar nog beter zou het zijn indien iedereen samenwerkt om nog meer luwteplekken te creëren, samen, en om zo ook gemeenschap en convivialiteit te creëren, in volledige autonomie!

Stilte-rust-ruimte is voorwaarde voor leefkwaliteit. Laten we op zaterdag 27 oktober een tijd in stilte samen zitten op het openbare plein naast het Gentse stadhuis. Silence for Peace 2018 is een hommage én een feestmoment voor al wie zich inzet voor de commons! Laat dit tegelijk een krachtig signaal zijn voor al wie vanaf 2019 nieuwe verantwoordelijkheid opneemt in de stad. Stilte is een belangrijke voedingsbron voor een gezonde democratie.

 

Michel Bauwens – pionier van de peer-to-peer economie

No Comments

Post a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Show Buttons
Hide Buttons